De vraag naar met gas aangedreven voertuigen neemt toe. Transportbedrijven zien dit als een handige oplossing om de CO2-voetafdruk te beperken, zonder dat dit ten koste gaat van de productiviteit en het rijgedrag. Maar zijn alle vrachtwagens op gas hetzelfde, of zijn er verschillen in de gebruikte technologieën?
Wereldwijd staan de auto- en transportindustrie onder toenemende druk om de CO2 -uitstoot te verminderen, aangestuurd door belanghebbenden zoals klanten en beleidsmakers. Volvo Trucks werkt daarom aan een breed scala aan technologieën, zoals waterstof en batterij-elektriciteit. Dan zijn er nog de vrachtwagens op gas. Daar is steeds meer vraag naar, omdat ze een goed alternatief vormen voor mensen die hun CO2-voetafdruk zo snel mogelijk willen verkleinen. Met de juiste technologie kunnen ze vergelijkbare prestaties leveren als dieselvrachtwagens.
De meeste vrachtwagens op gas op de markt zijn gebaseerd op de Otto-cyclusmotor, wat in feite een benzinemotor is met vonkontsteking. De technologie wordt al op grote schaal gebruikt in personenauto's. Bij vrachtwagens is de motor, vanwege de lagere compressieverhouding, beperkt voor wat betreft vermogen en koppel: beide zijn essentieel bij transport van zware lasten en bergop rijden.
Een alternatieve route – en een die door Volvo Trucks is gekozen – is om een gewone dieselmotor als basis te gebruiken en deze aan te passen aan gas. Een belangrijk element hierbij is de HPDI (High Pressure Direct Injection - directe injectie onder hoge druk*), een technologie waarbij een kleine hoeveelheid ontstekingsbrandstof onder hoge druk wordt geïnjecteerd om compressie-ontsteking mogelijk te maken voor het gas wordt toegevoegd. Met deze technologie kan een hoge compressieverhouding worden bereikt, wat resulteert in een hogere energie-efficiëntie met een lager brandstofverbruik bij een hoger motorvermogen. Hierdoor zijn de prestaties vergelijkbaar met die van een dieselvoertuig, zodat de met gas aangedreven Volvo-voertuigen zware ladingen en heuvelachtige landschappen aankunnen en toch hun snelheid behouden.
Met gas aangedreven voertuigen zijn voor transportbedrijven een echte win-win, omdat ze lage totale eigendomskosten combineren met een kleinere CO2-voetafdruk en tegelijkertijd in staat zijn om de productiviteit te behouden.
Er is een ruime keuze aan verschillende soorten gasbrandstoffen. De meeste bedrijven kiezen echter voor met gas aangedreven voertuigen die zijn aangepast zijn voor LNG (vloeibaar aardgas). Dergelijke vrachtwagens kunnen rijden op zowel regulier LNG als bio-LNG, ook wel biogas, biomethaan of hernieuwbaar gas (RNG) genoemd. Reguliere LNG-brandstof alleen kan de CO2 uitstoot tot 20% verminderen in vergelijking met diesel. Bio-LNG is echter een niet-fossiel gas dat wordt geproduceerd uit organisch afval en biedt een kostenefficiënte manier om de CO2 -uitstoot vrijwel volledig te elimineren, vooral in markten met belastingvoordelen en overheidssubsidies voor hernieuwbare brandstoffen.
Het mooie van vrachtwagens op gas is dat er geen verschil is in het gebruik van gewone LNG of bio-LNG. Ze kunnen naadloos schakelen tussen de twee brandstofsoorten, of ze zelfs mengen. Veel bedrijven kiezen er al voor om hun dieselvrachtwagens te vervangen door vrachtwagens die op gas rijden. Zo willen ze meteen hun CO2 -uitstoot verminderen. Het is een echte win-winsituatie voor transportbedrijven, omdat ze lage totale eigendomskosten kunnen combineren met een kleinere CO2-voetafdruk en tegelijkertijd hun productiviteit kunnen behouden.
Meer informatie over het assortiment met gas aangedreven voertuigen van Volvo Trucks. Misschien bent u ook geïnteresseerd in het volgende:
● Ziet de vrachtwagenindustrie bio-LNG over het hoofd als potentiële toekomstige brandstof?
● Wat is de toekomst van LNG?
● Kunnen met gas aangedreven voertuigen voldoen aan de behoeften voor langeafstandstransport?
● Waarom het aantal LNG-tankstations zo snel groeit
* Het HPDI-systeem wordt geleverd door technologieleverancier Cespira: www.cespira.com